De Bollenstreek of Duin- en Bollenstreek is een streek waar veel van de Nederlandse bollenteelt plaatsvindt. Het ligt rond de benedenloop van de Oude Rijn ten westen van Leiden en loopt noordwaarts tot het gebied ten westen van Haarlem door. De Bollenstreek wordt vooral geroemd om de tulpen, en daarnaast om de krokussen, narcissen en hyacinten.
Marinda is een echt bollen meisje. Ik weet niet precies wat dit inhoudt maar het feit dat Marinda blond haar heeft en hele blauwe ogen kan geen toeval zijn. Net als Karin in dit stukje. Het moet een thema zijn in die streek en ik denk dat Marinda eraan voldoet. Marinda verder niet mee aan trends of thema’s. Haar kledingkeuze lijkt ondoordacht, maar is bewust. Ze voegt er vaak iets persoonlijks aan toe.
Toen we afgelopen weekend naar het strand gingen had ze zwarte vegen rond haar neus. Toen ik vroeg waar die vandaan kwamen zei ze: “Lang verhaal, stoffig einde.” Ze had het wel vaker. Modderige laarzen, blaadjes in haar blonde haar, houtskool onder haar nagels, lijm of waterverf op haar handen en altijd een beetje klef. Misschien kwam dat omdat ze altijd net op tijd was of de indruk had dat ze niet op tijd was. Alsof ze even gerend had. Toch kon ze soms ook verschijnen in een keurig ornaat met lippenstift en perfect opgemaakt ogen en gekamd haar.
Een ding was wel redelijk constant. Marinda rook altijd een beetje hetzelfde. Het was een combinatie van buiten lucht – wat je ruikt als iemand een heerlijke wandeling heeft gemaakt en kleine hint van Noa.
Ik ben een boek aan het lezen van Süskind (spoiler alert):
Süskind vertelt het levensverhaal van Jean-Baptiste Grenouille die in 1738 wordt geboren op de Parijse vismarkt. Zijn ongehuwde moeder probeert hem achter te laten tussen het visafval. Grenouille heeft geen eigen lichaamsgeur maar ziet die handicap gecompenseerd door een erg scherpe reukzin. Door het ontbreken van een eigen geur wordt hij vaak niet opgemerkt en kan hij zeer heimelijk zijn gang gaan. Op een dag wordt hij overvallen door de fijne geur van een meisje en in een poging de geur te bezitten, wurgt hij haar.
Grenouilles levensdroom is het scheppen van een eigen lijfgeur. Hij ontziet niets of niemand om dat doel te bereiken en groeit uit tot een seriemoordenaar. Voor het scheppen van een eigen lijfgeur is het namelijk nodig de geur aan een mensenlichaam (meisjes) te onttrekken en dat te conserveren. Het lukt hem ten slotte een allesoverweldigend parfum te maken waarmee andere mensen hem direct liefhebben.
Als hij het geurtje opdoet wordt hij uit pure liefde opgegeten op straat.
Zie je wel – opgegeten uit pure liefde.
Sorry, nu heb ik wel mooi alles al verklapt. Ik let nooit zo op geuren maar na dit boek doe ik dat wel. En het gekke is dat ik alle meisje die ik heb omschreven ook in een geur kan omschrijven. Dat doe ik nog wel een andere keer. Anders wordt dit stuk te lang.
Ik ga Marinda niet wurgen en omzetten in een geurtje dat kan vervliegen. Brrrr, wat een gedachte. Hoe zij zich soms aanmeldt en hoe ze ruikt is elke keer een klein tikkie anders, maar ik vergeet het nooit. Dat komt door het weer. Ik neem het mee. Ik haal het uit mijn kleren aan het einde van de dag. Ik leg het naast mij kussen als ik ga slapen. Het is van mij tot het op is en dan wacht ik op een nieuwe afspraak.
Ik heb nog niets verteld over haar bij mij thuis. Ik durf het niet. Marinda zou het geen enkel probleem vinden langs te komen maar nu ben ik degene die het nog niet durft. Marinda zou best behoefte hebben aan een warm gezin.
Ik wil het van de daken schreeuwen, maar iets houdt mij nog tegen. Marinda wordt zestien dit jaar, nog voor ik eenentwintig ben. Dan schelen we een paar maanden maar vier jaar. Het is een illusie, maar misschien lijkt het dan minder erg.
We gaan morgen naar leiden, ik heb daar zo’n zin in.