Een zuchtmeisje is een zangeres die zucht tijdens het zingen, hetgeen een expliciet sensueel karakter draagt. Vooral in Frankrijk zijn er veel beroemde zuchtmeisjes, naar aanleiding van Brigitte Bardot en Jane Birkin (zie foto) in het beroemde nummer Je t’aime… moi non plus (met Serge Gainsbourg) uit 1967 resp. 1969.
Ik heb geen verstand van zuchtmeisjes. De cd collectie van Marielle bestaat uit bijna niets anders. Het geluid van de tv hebben ik niet lang na de film uitgezet. De nasynchronisatie is een ramp. Ik heb Jane Birkin opgezet en dat lijkt beter te werken.
Deze film zou langer dan een uur moeten duren maar we hebben al meerdere keren doorgespoeld. Als 2 kleine kinderen zitten we op de bank soms te analyseren wat er gebeurd, maar het is verre van opwindend. De chips is een beetje misplaatst. Als je het geluid uit hebt staan ligt de nadruk op de ondertiteling. Die is ronduit belachelijk. Lieke vindt het storend ik vind het is wel grappig.
Als de aftiteling begint, kijken we elkaar aan. “Zullen we een Disney film uitzoeken?”, zeg ik. Bij de dvd’s hangt nog steeds een briefje met – Sorry, ik heb geen porno wel Disney. Marielle lijkt een vooruitziende blik te hebben.
Lieke is teleurgesteld. Ik zie het aan haar. “Wat had je verwacht dan?”, zeg ik. “Weet ik veel.”, zegt ze. “Iets nieuws.” Het verbaast mij “Alles is toch nieuw aan ons?”, zeg ik. “Ik vind dit een verspilling van onze tijd. Dit hebben we toch helemaal niet nodig?”, zeg ik. “En ik vind het onrealistisch. Zo ga je toch nooit met iemand naar bed, seks is 50% klungelen. Deze mensen hebben regie.” Lieke moet heel hard lachen. “Zullen we dan maar gaan klungelen?”, zegt ze.
Tijd is mijn vijand geworden. De leeuwen liggen op de loer. Morgen komt Marielle thuis en daarna weet ik het niet. Ik kan het niet zien.
Morgen is het zondag. Ik heb een bloedhekel aan de zondag.
We gaan naar bed. Lieke is nog bezig in de badkamer als ik wat schrijf. Ik val om. Heel even doe ik mijn ogen dicht. Dat had ik niet moeten doen. Ruud heeft mij de tandjes laten werken vandaag. Ergens in de verte voel ik dat Lieke mij een zoen geeft maar ik kan er niet meer bij. Ze is te ver weg. Mijn ogen krijg ik niet meer open.
Lieke zet de twee glazen met de laatste witte wijn op een nacht kasje. Ze heeft mijn schriftje gepakt. Ik kruip tegen haar aan. “Mag ik het lezen”, zegt ze. “Is goed”, zeg ik “Ik denk dat ik in slaap val.”
“Ik denk het ook”, zegt Lieke denk ik.
Als Lieke is uitgelezen zijn beide wijn glazen leeg. Ze draait zich om en gaat slapen. Ik ben heel ver weg.
Morgen is het zondag. Zondag is een belabberde dag.