Ik mag van Marielle op haar huis passen. Het is een woning tegen het Spaarne aan. Ze heeft 2 katten die verzorging nodig hebben. Twin en Twice, het is een tweeling – De 2ts dus. Alsof katten ooit echt luisteren als je ze roept. Laat staan 2 dezelfde.
Zegt Twin: “Je wordt geroepen Twice”, antwoord Twice: “Ga jij maar ik heb geen zin, ze zien het toch niet.” Zegt Twin: “Ja doei, dikke staart!”
Ik wist niet eens dat dat kon, een tweeling bij katten. Wel leuk bedacht hoor Marielle! Ik snap m wel.
Marielle heeft haar sleutels in de stadsbus onderweg naar mijn stage al afgegeven. Ik heb mijn spullen voor 10 dagen ingepakt en geprobeerd aan mijn ouders uit te leggen hoe het zit. Mijn nicht heeft nog gebeld om te vertellen aan mijn ouders dat zij met Marielle en nog 2 vriendinnen weg gaan. Niet dat mijn ouders er tegen waren. Ik kon alleen niet echt de berg aan vragen beantwoorden. Dit hielp.
Als ik binnen kom begroeten 2 katten mij alsof ik de laatste man op aarde ben. Marielle heeft een lief briefje op tafel gelegd.
Lieve Jeffrey,
Wat fijn dat je wilt oppassen. Het is een mooie gedachte. Dit huis is te groot voor een persoon. Dat weet ik inmiddels al een tijdje. Het was ook nooit de intentie hier alleen te gaan wonen. Enfin, je kent het verhaal. De 2ts zijn vast blij je te zien. Daar heb je straks je handen aan vol. Er staat wat lekkers in de koelkast. Ik heb niets te verbergen maar als je iets nodig hebt moet je het zelf gaan zoeken.
dikke kus, Marielle.
Ik weet hoe Marielle klinkt. Ik kan het nog steeds oproepen als ik wil. Haar geluid is warm en koesterend. Ik hoor het als ik het briefje lees. Wat een mooi huis. Alles is keurig. Ik installeer mijn spullen en doe de tuin deur open. Met op de achtergrond de geluiden van de stad pak ik mijn schriftje en begin ik te schrijven. Als ik klaar ben bel ik Ruud de stoffeerder, mijn baas. Ik moet aankomend weekend werken in Amsterdam. Ik heb ook een lijstje gemaakt met boodschappen. Dat moet ik maar eerst even gaan doen. Er is een buurtsuper.
Ik heb denk ik alle paden in de super wel tien keer gehad voordat ik het vermoeden heb dat ik alles op mijn lijstje heb gevonden. Bij de brood afdeling ligt niet veel meer dus zoek ik naar het afbak brood. Achter mij hoor ik een stem die ik herken. “He Jeffrey, wat doe jij hier?” vraagt ze. Ik draai mij om en zie Lieke. Het is vrijwel onmogelijk haar niet te herkennen. Ze is van het hockeyveld zo de buurtsuper in gerold. Haar uiterlijk wordt aan alle kanten gesponsord. Lieke sponsoren is geen verkeerd idee. Helemaal als ze in de buurtsuper gaat rond lopen. Het is een beeld dat opvalt. Ik geef haar en kus, Lieke ruikt naar zweet en gras.
“Hé”, zeg ik. “Ik moet boodschappen doen.” alsof het de normaalste zaak van de wereld is. “Hoe kom je nu hier terecht dan?”, vraagt ze. “Ik pas op het huis van Marielle.”, zeg ik alsof zij weer iemand is die iedereen kent. “Wat leuk, hier in de buurt?”, zegt ze. “Ja, zeg ik bij het Spaarne.” Lieke loopt met mij mee naar de kassa. Hoewel ik haar echt voor het laast gezien heb bij haar verhuizing, voelt het vertrouwd. De tassen zijn zwaar maar ik laat mij niet kennen. Lieke moet de andere kant op dus we staan nog even buiten te praten. “Ik moet me nog even opknappen, anders kom ik straks even langs?”
Ik weet het niet. Ik had bedacht mijn boek uit te lezen in de tuin. Dat idee kan ook later bedenk ik. “Is goed.”, zeg ik. “Ik bel je wel even straks.” “Heb je mijn nummer dan nog?” vraagt ze, ze gelooft er niets van. Terwijl ik haar nummer uit mijn hoofd opnoem kijkt Lieke mij verbaasd aan. Vroeger was ik een lopend telefoonboek. Ik heb nummers in mijn hoofd zitten van mensen die daar allang niet meer wonen. Het nummer van Lieke heb ik meerdere keren op eenzame momenten in mij handen gehad en ken ik nu uit mijn hoofd. Dat moet ik maar niet zeggen. Iets hield mij altijd tegen – Bloemendaal.
Als ik thuis kom en wederom overdreven door de katten begroet wordt. Pak ik mijn spullen uit en vul ik de koelkast. In de koelkast staat een witte fles wijn met een briefje. Niet alleen drinken joh! – staat er op. Marielle heeft mij inmiddels over alles uitgehoord in de bus. Ik denk dat zij de enige is die alle verhalen al kende die ik heb geschreven. Ik ben al meer briefjes tegen gekomen. Op de wc rol zat een met – Ik wil het niet weten. En bij de dvd’s hangt een met – Sorry, ik heb geen porno wel Disney. Ze heeft echt lol gehad.
Marielle en Robin hadden dit huis gekocht. Als je een huis koopt samen en je hebt nog nooit samen geleefd is dat een risico. Niet altijd, maar het kan. Marielle was snel klaar met hem. Hij wilde niets meer als hij thuis kwam. Dit huis voelde eerst als een veilige cocon maar later meer als een kooi. Daar ging het mis. Marielle verdiende beter. Ze kocht het huis over en hij vertrok. Later bleek dat hij al een tijdje iemand anders had. Bij dit soort verhalen haak ik altijd een beetje af. Ik begrijp het niet. Zeker niet in het geval van Marielle. Die was helemaal goed gelukt hoor. Sukkel.
Ik heb met Lieke afgesproken dat ik haar ophaal. Ze woont hier inmiddels al een tijdje in de buurt maar ik vind het een fijnere gedachte met haar mee te lopen. “Wow.” zegt Lieke als we voor de deur staan en ik de deur open doe. “Cool hè”, zeg ik. De 2ts laten Lieke niet met rust. Als ze op de bank stort wordt het een ware hetze wie er bij haar op schoot mag. Ik snap dat wel. Lieke is ook goed gelukt.
“Gaat het goed met je studie”, vraag ik. “Mja, gaat wel.” zegt ze. Ik ben inmiddels aan het struinen in de cd kast van Marielle. In de hoek van de kamer staan 2 enorme speakers dus dat beloofd wat. Gelukkig heb ik zelf ook nog wat mee. Marielle heeft iets met Franse muziek. Ik vind Jacque Brel erg leuk maar de rest is toch behoorlijk onbekend. Ik kan ook geen Frans. Dat helpt niet. Allemaal zuchtende Franse meisjes. Ik weet het niet. Het lijkt me niks. Het is ook geen muziek als Lieke op de bank hangt.
Lieke is eenzaam hier. Ik merk het aan alles. Ze had een vriendje maar dat is te onduidelijk, uit of aan. De hockey club is haat en nijd. Tessel studeert inmiddels in Groningen en sommige anderen zijn ook gevlogen. Het lijkt zo lang geleden allemaal Bloemendaal, Bo en Tessel.
Lieke had bij binnenkomst al een veel te grote tas mee. Ik heb er al een paar keer mijn nek over gebroken. “Wat heb je allemaal mee, joh?”, vraag ik. “Nou, je weet niet, misschien wordt het wel laat.”, zegt ze. Het kwartje valt bij mij pas als de eerste fles wijn op is en Lieke begint te handelen alsof we hier al jaren samen wonen (Hoe zit dat met kwartjes heeft dat iets te maken met automaten of zo?). Er zijn geen plannen te vertrekken. Dat is duidelijk.
Dit en alles daarna overkomt mij. De volgende ochtend worden we in bed gewekt door De 2ts. Of ik dan. Deze katten kunnen gewoon deuren open doen en naar binnen wandelen. Ons katten 2 eenheid. Ze springen naar de deurkrukken. Dat maakt niet uit, maar om 6 uur in ochtend is het hangen boven een bak kattenvoer niet echt iets waar ik op zit te wachten. Dat valt vooral zwaar met 2 flessen wijn achter je kiezen en een kater. Katers en kattenvoer, dat is wel grappig -binnenpretje.
Lieke heeft een knorretje. Als ze lacht en slaapt. Het komt telkens na een giechel of proest. Maar ook af en toe na een zware adem in bed. Als ze slaapt of bij iets anders. Het was me niet eerder opgevallen. Bij iets anders is wel logisch het is immers nooit voorgekomen. Het hing wel in de lucht. Dat wel.
We hoeven niets vandaag. Als we de katten maar buiten houden. Dat is lastig. Ik heb de deur klink omhoog gezet nadat ik half naakt in de huiskamer ergens een schroevendraaier heb gevonden. Jammer geen briefjes – schroevendraaiers hier! te bekennen.
Ik wil slapen. Mijn korte slaap wordt plotseling verstoord door het geluid van een gewurgde kat. Een van De 2ts is zich aan het verhangen achter de deur – aan de deurkruk en met zijn halsband. Ik weet hem nog net op tijd te redden. Ik heb hem daarna niet meer gezien bij de deur. Zielig.
Een beetje overstuur en klaar wakker kruip ik weer bij Lieke. “Wat was er?, zegt ze slaperig. “Die kat wilde er een einde aan maken.” zeg ik. Ik hoor een diep zucht en een “Knor”. Lieke ligt met het dekbed tussen haar benen.
Lief.
Ik pak mijn schriftje en begin te schrijven. Ik kan al heel goed schrijven in bed met mijn schriftje op mijn blote knieën.