Binnenpretjes, ik heb ze heel vaak. Dingen waar ik naar uit kijk. Dingen die ik zie en hoor. Een binnenpretje kan alleen maar ontstaan als je hebt opgelet. Dan sla je ze op en kan je ze daarna polijsten poetsen en ergens neerzetten. Je kunt je geheugen vol zetten met binnenpretjes. Er is genoeg ruimte.
Het kan ook zitten in dingen die dagelijks langskomen. Die hoef je niet te onthouden. Een mooie dame op de fiets altijd op hetzelfde punt voor het stoplicht. Het zijn je kinderen, je naasten je vrienden. Nu of in het verleden. Een onuitputtelijk bron van binnenpretjes. Wat ze zeggen. Hoe ze doen. Kaarten die ze sturen. Waardevol. Belangrijk.
Binnenpretjes zijn anders dan buitenpretjes. Buitenpretjes zijn pretjes die je kunt delen of worden gedeeld. Ze zijn vaak uitbundiger. Langer van stof en openbaar. Meer aangedikt. Gechargeerd. Die worden niet altijd opgeslagen. Niet zo als een binnenpretje. Dat is op dat moment grappig. Maar daarna moet je het uitleggen. Je moet erbij zijn. “Je had erbij moeten zijn.”, zeg je dan.
Binnenpretjes zijn altijd grappig. Ze zijn alleen voor jou. Je snapt ze meteen. Zonder uitleg. Binnenpretjes zijn persoonlijker en korter van stof. Een binnenpretje van mij is bijvoorbeeld groen. Gewoon de kleur groen. Ik kan mijn dag positief forceren door een groen shirt aan te trekken. Een gekleurd binnenpretje. Zichtbaar maar niemand weet het.
Maar een binnenpretje kan ook zijn het begin van een opmaat in een nummer – een liedje. Dan moet ik lachen. Op het werk. Op de fiets. In de trein. Vanbinnen. Niet bulderend. Ingetogen. Heel even. Maar de energie is hetzelfde. Het tilt me op. Naar een mooier moment. Iedereen kan een binnenpretje veroorzaken bij mij.
Vandaag heb ik er ook een paar. Dat is zeldzaam. Meer dan een. Dat mag wel na gisteren. Houvast aan je binnenpretjes. Er kan namelijk niemand bij. Geen media. Geen onderdrukking. Geen terrorisme. Ze kunnen je niet worden ontnomen. Niemand kan ze veranderen. Ze zijn van jou. Polijst en poets ze. Verzorg ze. Wek ze op.
Deze dag gaat weer voorbij. Net als gisteren. Gisteren ging ook voorbij. Waar je ook bent. Wat er ook gebeurd. Binnenpretjes blijven. Laat ze komen.
Let op. Ik geef je een binnenpretje. Deze.