Ik moet nog iets bekennen. De meeste jongens op mijn lagere school waren verliefd op meisjes uit ‘kinderen voor kinderen’ zoals die tweeling. Nette meisjes. Ergens perfect en onbereikbaar. En keurig Algemeen beschaafd Nederlands natuurlijk. Maar niet ik. Ik was gek op de Duitse meisjes uit ‘Neues aus Uhlenbusch‘ met vlechten, Het kleine huis op de prairie die met die vlechten en Pippi Langkous was natuurlijk de opper vlechten drager. Vlechten waren altijd goed. Ik had er wel een paar in de klas zitten. Meisjes met af en toe een vlecht. Isabel, Monique (die ene van de 2) en Antoinette. Ik was altijd wel een beetje verliefd. Maar als ze vlechten droegen heel erg.
Maureen heeft ook altijd vlechten of een vlecht. Maar op het schoolfeest heeft ze er wel 117. Ze hebben ze geteld. Hele lange vlechten. Ze zijn er wel een dag mee bezig geweest. Haar vriendin werkt bij de kapper om de hoek in de Javastraat, het is een Surinaamse kapper. En ze hadden een model nodig. Maureen is wel een model. Een soort model in alles. Ze heeft een heel cool zakmes, ze kan jongleren en heeft altijd een vlecht of vlechten. Dat mes is wel heel scherp dat wel. Ze zegt heel vaak: “Echt niet.” of “Doe normaal.” en “Ja, doei.” En we zoenen maar we hebben niets. Door Maureen begin ik Marieke steeds meer te snappen. Dat is jammer.
Het is te laat. Ik moet haar bellen. Dat is wat ik moet doen. We moeten maar weer eens naar de film en dan moet ik haar zeggen dat ik haar snap.Simone had ook een keer vlechten ze werkte op een school in Schalkwijk en een moeder heeft haar haar toen gevlochten. Met een soort nep haar erin. Ik heb een foto ergens van hoe ze toen was. Echt zo gaaf. Het was alsof ik vreemdging elke keer dat ik haar zoende en als ik wakker werd met haar in bed. De eerste week jeukte het zo erg dat ze het bijna af wilde knippen. Slapen was lastig. Met je neus in het kussen. En na een tijdje werd het ineens niet meer zo mooi. Zie je normaal verlies je wel wat haar en dat valt dan op de grond of zo. Maar bij Simone bleven ze in de vlechten zitten. Ik heb toen ‘bij’ geknipt of eigenlijk eraf. Toen ging het wel weer. Je zag allemaal witte puntje zitten die knipte ik dan weg. Uitgevallen haren met wortels puntjes. Ranzig, was het. Op een bepaald moment kon het niet meer. Toen hebben we alles uitgekamd. Wat een klus zeg. Ik had
de andere Simone weer terug. En was het wéér alsof ik vreemdging elke keer dat ik haar zoende en als ik wakker werd met haar in bed.Maureen en ik laten de jassen ophangen in de garderobe. Ze heeft voor het eerst en soort topje aan en ik kan haar navel zien. Zelfs de navel van Maureen is perfect. Zo heb ik er weleens een getekend. Maar die had Bo niet gekozen. Die wilde ze niet. Ze heeft een piercing in haar navel. Dat vind ik bijzonder interessant. Maureen heeft ook een tatoeage op haar boven arm. Een Yin Yang teken. Er zitten 2 dieren in. Het is iets dat Bo zo had kunnen tekenen. Ook dat vind ik onwaarschijnlijk mooi. Ik zou wel een tatoeage willen. Maar dan wil ik de volgende dag weer iets anders. Dat is een probleem. Maar als het kon dan mocht Bo het telkens tekenen. Soort abonnement. Maureen kan niet tekenen. Ik heb een viltje met een poes erop. Maar het had ook net zo goed iets anders kunnen zijn. Dat geeft niet Maureen hoeft ook niet te kunnen tekenen. Ze heeft hele mooie vlechten. En hele groen ogen. Ik hou van groen.
Groen. Ziek, ik was er echt goed ziek van zeg van die Tetanus prikken. Zweten als een gek de volgende dag. Misschien had ik wel een kater. We hadden natuurlijk weer en fles wijn leeggemaakt die zondag in het Oosterpark. Misschien had daarmee de kater uitgesteld tot maandag. De hele week heb last van mijn billen gehad. Ik kon bijna niet zitten. Het was ronduit gênant. Ik had er een hard hoofd in. Een hard hoofd in of ik nog wel kan dansen. En harde billen. Maar toen ik Maureen zag was het allemaal weg. Waar was iedereen eigenlijk? Echt, er was bijna niemand van het groepje. Verdorie kan ik een keer pronken is er niemand. Typisch. Geeft niet onbelangrijk. “Ze is er niet hoor!”, zeg ik tegen Maureen. Ze hoort het niet. Ze huppelt net als ik op ‘Enjoy The Silence’. Wat is ze leuk. Daar ga ik weer. Wat worden we klef op de dansvloer zeg. Ik zie toch helemaal niemand anders meer. Mijn bril is af. Alleen dan die vlechten. Die wel.
Ik hou van vlechten. Ik zit achterop bij Maureen. We gaan naar haar huis. Ik kan ook wel fietsen maar niet in Amsterdam. Ik mag weer blijven slapen. Er gebeurt toch niets. “Echt niet!”, zegt Maureen. Toch?