Het onderstaande verhaal is wellicht het mooiste verhaal dat ik kan vertellen. Ik heb nog 2 van deze verhalen maar dit is de eerste.
Als je als man ooit een geboorte hebt meegemaakt weet je het zeker. Mannen zijn watjes. Er zijn maar weinig mannen die uitbundig zullen vertellen over de geboorte van hun kinderen. Ik heb ze er wel af en toe iets over horen zeggen. Maar ze trekken altijd een beetje wit weg. Het heeft natuurlijk alles te maken met een gevoel van angst.
Angst voor allerlei dingen. Te laat komen, verkeerde dingen doen, in de weg staan, verkeerde dingen zeggen. En natuurlijk de angst dat wat er met het lichaam van haar gebeurt nooit meer goed komt en dat we daar nooit meer aan mogen komen. Toch herken ik mij in geen een van deze angsten. Ik begin te stralen als je mij vraagt naar de geboorte van mijn kinderen. De dag dat Teun ons eerste kind geboren werd waren Simone en ik de helden van Haarlem. We hadden het samen gedaan. Er was niemand anders bij en ik was voor helemaal niets meer bang!
De dag voordat Teun was uitgerekend was er al gerommel. Het was onduidelijk of de vliezen waren gebroken. Omdat artsen en verloskundigen dan geen risico willen nemen word je door de verloskundig praktijk overgedragen aan het ziekenhuis. Vanaf dat moment moet je naar het ziekenhuis bellen als er iets gebeurt. Dit was pas na heel veel andere uitprobeersels. Zoals voetmassages om weeën op te wekken en het eten van een hart van een Ananas.
Het hart van een ananas, dus niet het deel dat je normaal eet, bevat kinine. En kinine kan, in hoge doses, weeën opwekken. Dat is de theorie. Maar in de praktijk moet je wel héél veel ananasharten oppeuzelen om aan zo’n hoge dosis kinine te komen. Het was wel een mooie reden om de groenteman op de hoek wat meer geld te laten verdienen. Hij had al menig verwarde vaders geholpen.
Bij controle aan het Deo-ziekenhuis in Haarlem-Noord werden wij, voor de volgende dag, op het bord genoteerd als de familie Snijder. Maar toen Simone na het bezoek aan het toilet aan mij duidelijk maakte dat ze daar zeker niet ging bevallen, wist ik wijselijk mijn mond te houden. “Het is hier vies”, zei ze. Mijn zwager bracht ons naar huis (ik had nog geen rijbewijs). Bij Simone was een oerknop omgegaan.
Toen wij thuis kwamen begonnen de weeën. Wij bleven beheerst. Er heerste in ons huis geen enkele notie dat wij nog thuis gingen bevallen. Simone was wel aan het incasseren maar het maakte geen indruk. Ik weet intussen dat Simone een enorme hoge pijngrens heeft. En dat de signalen die haar lichaam gaf niet direct het juiste gevolg had.
Toen het heftiger werd gingen wij bellen met onze verloskundige. Hoewel zij behulpzaam was, was ook zij niet onder de indruk. “Als je nu een wee hebt kun je echt niet zo aan de telefoon hangen.” zei ze. Maar Simone kon dat wel. We mochten pas terugbellen als het echt niet meer ging. Ondanks dat we al aan het ziekenhuis waren overgedragen. Iedereen ging er van uit dat Simone in de Deo ging bevallen. Wij ook. We moesten het uitzitten. Het werd een lange nacht. Maar Teun ging niets uitzitten. Teun was op tijd. Het was tijd.
Wij verhuisde naar boven waar Simone een warme douche nam. De meeste weeën wisten we met het warme water te onderdrukken. Ik zeg ‘we’ maar ik was er tot dan toe alleen bij. Ik deed enkel alles wat ze vroeg. Alles was kalm en beheerst. Dit ging lang zo door. Tot het moment dat ik ging bijhouden hoe vaak het was en met welke tijdsinterval. Pas toen begon ik mij wat meer zorgen te maken. Het was mij goed uitgelegd maar dat was toen al te laat. “Ik kan het niet meer tegen houden.”, zei Simone. Dat was ook niet de bedoeling. Ik had al moeten bellen. Het was de bedoeling dat ik ging bellen. Maar ook dat was eigenlijk te laat.
Ik heb gebeld, draaide de kachel beneden op 30, (koude vrouwen bevallen niet) deed de deur wagenwijd open en ben weer naar boven gerend. Simone wilde nog even verhuizen naar het bed maar besloot al snel weer terug te gaan naar de badkamer. Daar begon ik haar langzaam maar zeker te verliezen. Ze was kortademig. Het ging niet goed. Gelukkig ging er ook bij mij een oerknop om. Terwijl ik rustig controleerde wat er gebeurde had Simone haar eerste perswee. Dat was ineens iets heel anders. Ik bleef rustig. “Laten we een liedje gaan zingen.”, zei ik. Simone zette in. Wat was ze sterk, zo sterk. Zo als elke vrouw in kan prikken op een oeroud liedje dat al afspeelt sinds het begin van het leven. Dan weten ze wat ze moeten doen.
Ik had dit onthouden. Zingen, ademhalen! Wij waren helemaal voorbereid. We hadden een soort films marathon gehad met meerdere geboortes in De Schouwburg in Haarlem. Ik had alles gezien waar de meeste mannen wit van weg trekken. Verder waren wij al maanden elke week naar een praat groep dat “Samen bevallen” heette gegaan. Zwangere vrouwen en partners werden hier in de groep verteld wat ze moesten doen ‘als’ en wat ze konden verwachten ‘wanneer’ het tijd was.
Terwijl ik een andere positie in nam om de baby op te kunnen vangen. Zong ik mee met Simone “Altijd is kortjakje Zieeeeeek, Midden in de week maar zondag nieeet!” Dit herhaalde zich een paar keer en Simone kreeg weer en beetje kleur in haar gezicht. Maar zoals dit al snel is bij dit soort liedjes. Het begon zich te herhalen in een te snel en oncontroleerbaar ritme en we waren weer terug bij af. Ik stelde voor een ander liedje te gaan zingen.
Dat ging goed. Maar niet voor ik kon zien dat het hoofdje niet echt kon draaien, de verbinding met Simone zat om zijn nek en hield hem tegen. Toen ik hem verloste zag ik hem langzaam zijn hoofd draaien. “Als je nog een duwtje geeft heb ik het riep ik.” Teun werd geboren onder het gezang van “In de maneschijn.” Ik ving hem op in mijn beide handen en bracht hem zo snel als ik kon naar het warme lichaam van zijn moeder. Het was een Teun!
Terwijl ik Simone hielp in haar ochtendjas en we naar het bed verhuisde. Kwam onze verloskundig naar boven. “Wat is dit nou?”, zei ze. Ze was compleet van de leg. Een verloskundige van de leg, dat is grappig. En ik? Ik kon de hele wereld aan. “Zal ik een kopje theezetten?”, vroeg ik stuiterend. Beneden in de huiskamer was het snikheet en ik prikte in op een oeroud liedje dat al afspeelde sinds het begin van het leven.
Ik heb er nog dagen op gedanst. Simone is mijn held. Nog steeds. Al 3 kinderen lang. Teun ook hij is nu 15 jaar.