Pinguïn is vastberaden. Het maakt niet meer uit hoe koud het is. Het kan toch geen toeval zijn. Geen enkele andere pinguïn op de Noordpool. Het klopt niet. Hij moet niet in zijn eentje gaan maar hij kan ook niet van iedereen maar blijven verwachten dat ze elke dag met hem meelopen. Dat ze maar elk woord aanhoren en meelezen dat hij vertelt elke dag weer.
Pinguïn heeft zich tot nu toe tegen alles verzet. Het helpt niet meer. Iedereen is zijn gemopper zat en hij is het ook zat. Pinguïn heeft een plan gemaakt. Zijn plan! Niet dat van een ander. Hij heeft zich al dagen volgevreten met vis. Hij is inmiddels moddervet. Hij kan nu zeker niet meer vliegen. Pinguïns vliegen ook niet. Pinguïns kunnen lopen. Mijlen ver lopen tot ze broodmager aankomen bij hun doel. Dat kunnen ze. Dat kan Pinguïn.
Tijdens zijn laatste wandeling met Albatros zijn ze weer langs de sneeuwpop gelopen. Het bevroren mensje dat daar nog steeds ligt. Hij heeft zijn rugtas geleend. Van andermans spullen blijf je af normaal gesproken. Dat is een regel. Maar hij heeft het geleend. Hij heeft het meegenomen met de gedachte dat hij het ooit nog terug zal geven aan de drie kuikens en zijn lief. Met het boekje. Het boekje met het afscheid.
Want zijn drie kuikens en lief missen hem ook. Net als zijn ouders en hun andere kuikens hem missen. Het is het enige dat hij kan betekenen. Als je meer dan één doel hebt dat ervoor zorgt dat je vertrekt, is dat beter. Als hij ze ouders niet kan vinden dan kan hij in ieder geval het boekje terugbrengen. IJsbeer, Walvis, Albatros, Sneeuwkonijn, Zeeleeuw. Pinguïn heeft ze niets verteld. Hij weet al wat ze gaan zeggen. Het is altijd goed bedoeld. Maar dit is wat hij moet doen. Anders wordt hij een Sneeuwpop. Een Sneeuwpop op de Noordpool ben je voor eeuwig. Hij kan niet eeuwig blijven mopperen. Dat kan echt niet.
Dus met een rugtas vol vis gaat Pinguïn op pad.
Hij heeft het wel nog steeds ontzetten koud, dat wel.