Pinguïn zat op een ijsschots. Hij had aardig wat moeten trotseren om daar te komen. Vooral heel veel koud water. “Rondjes rennen, dat helpt.”, had Sneeuwkonijn gezegd. Dus dat deed hij. Dit was de plek waar Walvis altijd kon aanleggen. Het was de handigste plek. Het koste even wat moeite maar dan had je wel wat. Walvis was namelijk ‘daar’ geweest. Ver genoeg om iets te kunnen zeggen over wat ‘daar’ was.
Pinguïn had de vragen zorgvuldig in zijn hoofd klaar gezet. Bij Walvis moet je de juiste vragen stellen, ander krijg je verkeerde antwoorden. En niet te veel moeilijke woorden. “Wacht op het antwoord”, had IJsbeer gezegd. “Ander heb je een antwoord en weet je niet bij welke vraag het hoort.” Pinguïn vond het moeilijk. Hij was te ongeduldig en zijn hoofdje werkte veel te snel.
Het duurde even voordat Walvis kwam. Je kon wel een tijd afspreken maar Walvis had geen idee wat tijd was. Zijn perceptie was nu. “Er is toch niets anders nu?”, had hij wel eens gezegd. Walvis was laat, veel te laat. Het was koud en het enige dat nog een beetje brandde als vuur waren de vragen die Pinguïn had. Plotseling begon de ijsschots te wiebelen en gleed hij tegen Walvis aan die met zijn bek tegen de rand aan tikte.
Pinguïn had het inmiddels te koud om nog rustig na te denken. Dan bibber je, zonder dat je het door te hebt, al je vragen er in een keer uit. “Jij bent to to to toch naar de overkant geweest? Wa wa waren er pinguïns? Was het wa wa warmer dan hier?” Walvis keek hem aan. Het duurde even voordat de vragen registreerde bij Walvis.
Het duurde nog steeds. En nog steeds. Toen zei Walvis luid en duidelijk “Te veel, te veel.” “Te veel?” herhaalde Pinguïn. Dat kon alle kanten op dacht hij “Te veel overkant? Te veel pinguïns? Te veel warmte?” Walvis vertrok intussen weer. Pinguïn schoof met zijn gat naar de ander kant van de ijsschot toen Walvis zij logge lichaam van de ijsschots afschoof. Hij was geen zier opgeschoten. En moest zich weer voorbereiden voor een duik naar de overkant. “Wat heb ik het toch ontzettend koud!”, zei hij.
Walvis zwom. Dat was nu.
“Te veel” dacht Walvis.
“Te veel, Pinguïn. Altijd een beetje te veel.” en dook onder.