Mijn haar was lang veel te lang, mijn vader vond het niks, “wanneer ga je nou eens naar de kapper” zei hij. Echt je hart breken houdt in dat je de ramen open gooit en je afstand neemt van wat je was. Een kapper was geen slecht idee, al was het enkel om te zien wat er onder zat.
Op de botermark zat en zit volgens mij nog steeds Billy Holiday, in die tijd een hippe kapper met werkbladen van vliegtuigvleugels en een groot scherm met MTV en knallende muziek. Ik werd geknipt door Lisette een mooie dame met een paarse lok en aan de achterzijde opgeknipt, het was een goed begin.
“Hoe wil je het hebben?”, zei ze, “alles eraf” zei ik. “Weet je het zeker?” zei ze, “ja zeker” zei ik. Na het wassen begon ze met een kam aan een opvallende inspectie, “kun je het vinden?” vroeg ik. “Mja, sorry de laatste keer dat ik iemand echt kort knipte met heel lang haar, kwam ik er halverwege achter dat hij een paar kale plekken had” zei ze.
“Niet dat ik weet” zei ik waarop zijn antwoordde “ja die gast geloofde het ook niet tot ik een spiegel pakte en het liet zien. En toen ging hij van zijn stokje, ik dacht eerst dat het een grapje was maar hij viel echt flauw in de stoel. We hebben hem toen van de stoel naar de bar verhuisd en de fan aangezet en ik heb op de markt een grapefruit gehaald”.
“Een grapefruit?” zei ik, “ja, die gast blowde zich helemaal suf dat zag je meteen en een zwaar vitamine te kort….nadat ik klaar was met knippen mocht hij niet weg voor hij een grapefruit had gegeten” onderbouwde ze. Zonder paniek begon ze na de inspectie te knippen, toen ik buiten stapte was Lisette mijn binnenpretje en was ik een nieuw mens.
Thuis reageerde mijn vader alsof zijn gebeden waren gehoord en kwam mij moeder naar beneden met een belachelijke foto van hem, hij stond met lang haar en een haarband op een voetbalveld.
Ik had trek in een grapefruit.