Ik leek te zijn gestrand in een impasse. Dat terwijl mijn vrijheid zou moeten betekenen dat ik alle kanten op kon dansen. Marieke had er een punt achter gezet. Dat of we hadden ruzie en toen ben ik vertrokken. Ik weet het niet meer. Nee, ik weet het nog heel goed maar ga het niet vertellen. Het was niet leuk. Later werd het pas weer leuk met Marieke. Toen ik mij niet meer aanstelde. Nu moest ik nog even wennen aan mijn vrijheid. Maar gelukkig was het groepje in de toneelschuur een fijne thuisbasis. Marieke vond het maar niks.
Zie je als je zo je best doet bij een groepje te horen ben je misschien minder ‘New wave’ dan je zou willen. ‘New wave’ Marieke zei het maar ik wist niet wat het was. Ik was het niet, dat wist ik wel. Ze had het ook niet over mij. Ze had het eigenlijk over al die anderen. Marieke had ze gezien. We gingen naar de film in de toneelschuur. Na de film gingen we beneden wat drinken. Ik wilde erbij gaan zitten maar Marieke had er geen trek in. Marieke hoorde nergens bij. Ze had in haar verleden wel bij groepjes gehoord maar dat was vroeger.
Ik vond het heerlijk het groepje. Er kwamen telkens weer nieuwe zielen bij die ik niet kende. En het waren niet alleen jongens. Anja, Saskia, Petra, Jeersche, Murielle, Bella, ze waren prachtig, zo leuk. Niet beschikbaar, onbereikbaar waren ze. Niet aan de orde. Ik ben niet opzoek. Ik moest eerst eens gewoon leren alleen zijn. Ik hou niet van alleen zijn. Niet echt. Het is ongemakkelijk. Vroeger kon ik eindeloos alleen zijn. Knutselen, tekenen muziek luisteren. Maar het is niet meer. Toen waren er nog geen meisjes. Niet zo als deze. We gaan weer op pad. Mark is er niet. Mark is een soldaatje in Duitsland. Nou ja, soldaat. Hij werkte achter de bar. We beginnen niet bij Oberon. Er gonst iets in Haarlem. In het groepje. Een plek waar je kunt dansen. Ik hou van dansen. Mensen zien dat niet aan mij maar ik dans graag.
Ik was ooit eens uitgenodigd door een vriendinnetje om met haar mee te gaan naar dansles. Dansles dat is grappig. Alleen het woord is al grappig. Als je niet kunt dansen heeft dansles namelijk ook geen zin. “Je moet je voet daar neer zetten.”, zei ze. Ik vond mijn voet op een andere plek een beter idee. Al was het alleen maar omdat ik dan niet op haar voet stapte. In het midden bij de dj-tafel zat een oud kereltje. “Een, twee drie een, twee, drie.”, riep hij. “Kan hij niet z’n mond houden?”, zei ik .”Dit is zo’n mooi nummer.” “Nee, joh, dan raken we de tel kwijt.”, zei ze. “De tel zit toch in het liedje?”, zei ik. Ik heb nog nooit iemand zo zien kijken naar me. “Het liedje?”, zei ik nogmaals. Ze had werkelijk geen idee. Het hoorde bij haar opvoeding. Dat was de theorie. Ik bedankte mijn dansende voetjes op de vloer voor het nest waar ik uitgekomen was. Mijn lieve ouders. Zij snapte het. Dansles hoorde niet bij mijn opvoeding. Wat een onzin zeg.
Er zijn maar 2 soorten mensen op de wereld. Mensen die dansen en mensen die dat niet dansen. Dat maakt niet uit. Te veel mensen op de dansvloer is niet te doen. Maar er is zeker niemand die je dat kan leren. Ze kunnen jou wel leren hoe zij dansen. Nou ja, sommige dan. Rein van Marieke niet. Nog steeds niet denk ik. Ik had hem gezien in het groepje van Marieke. In de modeshow. Dat was onmogelijk. Bij anderen kan het wel maar daar is toch niets aan. Je mag het namelijk helemaal zelf uitmaken. Echt! Stoppen bij twee mag. Voeten op vijf in de lucht is een goed idee. Halverwege drie draaien kan. En springen, springen is heerlijk! Mensen over analyseren alles. Moet je niet doen bij dansen. Niet doen.
Alleen bij Marinda. Marinda kon zo leuk dansen. Marinda komt pas veel later in beeld. Maar zij kon dansen op een manier zoals in de film. Dat de regisseur zegt: “Ga maar dansen.” Maar er is geen muziek. En dan sta je daar als figurant te dansen op niets. Dan monteren ze later de muziek erin. Dan zie je mensen dansen maar niet op de muziek die je hoort. Dat is grappig. Maar bij Marinda was het vooral schattig. En pas grappig als anderen op haar gingen letten. Je kon niet zelf dansen en op Marinda letten. Dan ging het mis. Ik wilde altijd wel met haar dansen maar dan moest ik haar vasthouden. Dan was het wel te doen. Marinda was leuk op de dansvloer. Marinda was sowieso leuk. Marinda vasthouden was ook leuk, heerlijk.
Maar het gonsde in de schuur in het groepje. Het ging over een plek waar je kon dansen. Het heette ‘Zero’ het was ergens in de buurt van de Bakenessergracht. Ik wist de weg een beetje. Ik liep achter een stel aan die blijkbaar de goede kant opgingen. Ik hoorde ze erover praten. “Mag ik met jullie mee lopen?”, vroeg ik. Het meisje keek mij aan. “Ja, natuurlijk”, zei ze. Ze had zwart haar en een rechte pony. Er zaten 2 vlechten in haar haar. Ze leek op Hiawatha zusje.
Hiawatha? Weet je wel?
Laat maar.
Ik heb met haar gedanst in ‘Zero’. “EEN, TWEE DRIE VIER”, riep de dj. “Kan hij niet ze mond houden?”, zei ze tegen mij. Dat was grappig. Toen ze vertrok ging ik met haar naar buiten. Er was een jongen met haar mee toen ze binnen kwam maar die was al weg. Geen idee.
“Mag ik je wat vragen”, zei ze. Ik keek haar aan. “Graag”, zei ik. “zullen we volgende week weer samen dansen?”, vroeg ze. “Is goed.”, zei ik. “Samen dansen is leuk.”
Maureen moest de trein halen. Ze gaf een zoen op mijn wang. In mijn zak zat een briefje met haar nummer. Maureen kwam uit Amsterdam, echt stoer zeg. Dit was eigenlijk niet de bedoeling.
Maar ik ging dansend naar huis. Een beetje…